Zijn kuif staat omhoog, terwijl zijn hoofd omlaag hangt. Voor me zit een blonde jongen van 8 jaar oud. Met zijn jas aan zit hij strakgespannen op de stoel en ontwijkt mijn blik. Op zijn gebogen schouders rust een (bijna zichtbare) zware last. Zijn moeder zit als een baken naast hem en stelt hem gerust met haar woorden. In haar ogen schitteren tranen.
Ik ben geraakt. Geraakt door de prachtige jongen die zo’n groot verdriet met zich meedraagt. Geraakt door de moeder die haar zoon zo ziet worstelen en mij met een vragende, verwachtingsvolle blik aankijkt.
Aan mij de taak om contact te krijgen met de jongen die zich op dit moment zo afsluit. Woorden zijn op dit moment niet helpend en ik voel dat er eerst beweging moet komen in zijn lijf. Ik stel voor een spel te spelen, maar deze vraag is al te groot en opnieuw blokkeert hij, zowel in woorden als lijfelijk. Hij knikt wanneer ik voorstel zijn moeder te vragen om voor hem te kiezen. Even later is hij de fanatiekste in het Monopoly junior spel. Als snel blijkt waarom… Hij wil uit alle macht het vakje ‘helikoptervlucht’ veroveren, dit wordt een doel op zich wat hem zichtbaar spanning oplevert. Wanneer ik hem vraag waar hij dan heen zou willen vliegen, kijkt hij mij aan en zegt dat hij dan naar zijn overleden vriendje vliegt. Het verlangen om dit te kunnen doen is zichtbaar en voelbaar groot. Opnieuw ben ik geraakt door deze kleine, grote kanjer. Zo in worsteling met zichzelf uit liefde voor zijn beste vriendje. Samen met hem en zijn moeder is de ontdekkingstocht begonnen naar wat er voor hem helpend is in zijn worsteling….
Als ik hem en zijn moeder met een brok in mijn keel gedag heb gezegd, deel ik deze ervaring met mijn collega’s. Opnieuw ervaar ik hoe waardevol het is te delen en de zorg gezamenlijk te doen. Zoals hij mag ervaren dat hij er niet alleen voor staat, sta ik er ook niet alleen voor!