Meerling
‘Is uw dochter één van een meerling?’ Vraagt de mevrouw achter de registratiebalie van het universitaire ziekenhuis. Ze vraagt het, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Ik ben even van mijn stuk gebracht en hakkel; ‘Ja, eh nee, eh ja, nou ik weet eigenlijk niet wat ik moet antwoorden.’ ‘Och…’ reageert de vrouw met medeleven in haar stem. ‘We kunnen het noteren, zoals u het fijn vindt.’ Ineens verandert de grote, hoge ontvangsthal in een kleine, intieme bubbel, waarin alleen het gesprek met de medewerkster en mij plaatsvindt. ‘Ja, ze is één van een meerling. Het andere kindje is overleden in mijn buik, na ongeveer 11 weken zwangerschap,’ hoor ik mijzelf zeggen. Wat ze antwoordt gaat langs me heen, maar het gevoel wat me bijblijft is haar liefdevolle aandacht. ‘U mag het altijd aanpassen. Of u het nu wel of niet op dit moment geregistreerd wilt hebben.’ Ik…
Jezelf zijn
Huilend kwam ze thuis… ‘Dat doe ik dus nooit weer aan!’ De zomervakantie is net voorbij. Een vakantie waarin ze straalde. Ze trok juist dié kleding aan, waarin ze zich goed voelt en nu komt ze gebroken uit school. Gekrenkt, omdat ze het gevoel heeft dat ze niet mag zijn wie ze is, niet goed genoeg is. Met moeite laat ze zich troosten, haar lijf weert zich af, wil eigenlijk geen hand om haar laaghangende schouders. De tranen druppen op de tafel en vormen een plasje. Als ik een zakdoekje aanreik, grist ze die uit mijn handen. Ze veegt ruw haar tranen weg. Ze zit in groep 7, een klas met 30 leerlingen. Een hele klas vol waarin ze zich alleen voelt, eenzaam. Ze ligt buiten de groep en dat bezorgt haar een rotgevoel. Ze worstelt. ‘Zal ik mezelf zijn en daardoor alleen? Of kan ik me beter aanpassen, er…
Jonge mantelzorger
De grond waarop ik sta dreunt nog na. Hij heeft zojuist met zorg een hele dikke lange kronkelige boomstam opgeheven en met flinke krachtinspanning weggegooid. ‘Zo, deze is voor mama haar stomme ziekte.’ De overtuiging waarmee deze 10 jarige jongen het zegt, maakt plaats voor opluchting nu hij het er letterlijk uitgegooid heeft. Het leven laat hem struikelen. Niet voor het eerst, maar steeds opnieuw. Steeds in een andere vorm. ‘Mijn mama kan wel 80 jaar worden hoor. Ze gaat niet dood aan die ziekte, maar toch is het stom!’ Hij merkt dat mama sneller moe is dan hij van haar gewend is. Soms wil haar lijf niet wat ze zo graag zou willen en heeft ze ondersteuning nodig bij het lopen. Doordat haar lijf niet meer de vanzelfsprekendheid uitstraalt die er was, is hij ook zoekende. Zoekende naar wanneer het wel en wanneer het minder goed gaat met mama.…
Speltherapie
Een blond manneke met een lichtgroen shirt staat voor me op de tafel. Het is een Playmobil poppetje die net neergezet is door zijn ‘look a like’ Naast het poppetje verschijnen een hond, een voetbal, zwemband en allerlei andere poppetjes. Ik heb hem gevraagd wat hij allemaal leuk vindt om te doen én wie er belangrijk voor hem zijn. Binnen no time staat er van alles op de tafel. Hij glundert zichtbaar wanneer hij dit alles ziet en mij uitlegt wie het zijn en wat hij allemaal zo leuk vindt. Nu dit staat kan ik hem via zijn Playmobil poppetje vragen of hij eens neer wil zetten hoe zijn kamer eruit zag toen hij in het ziekenhuis lag. Met zorg pakt hij een ziekenhuisbed, een nachtkastje, een wc. Zijn vader krijgt een plekje in een bed naast hem en zijn hoogzwangere moeder op de stoel. Zijn eigen poppetje ligt onder…
Konijnenhemel
Gestaag duw ik haar vooruit. Ik kijk naar haar haren die wat pluksgewijs op haar hoofd pieken. We kennen elkaar nog maar net, vijf minuten. Haar ouders hebben haar aan mij toevertrouwd. Zij zijn gezamenlijk de kamer van de oncoloog in geschuifeld. Een slecht nieuws gesprek was aan hen aangekondigd waardoor ik ingeseind ben om bij hun dochter te zijn. Aan haar lichaam zie ik wat het gevecht tegen haar ziekte heeft aangericht. Haar gezicht toont aan dat haar ogen fiks beschadigd zijn en haar lijf is te moe om haar te dragen waarvoor de rolstoel is ingeschakeld.Ik duw haar voort door de gangen van het immense ziekenhuis. Alhoewel bezoekers en patiënten voorbij haasten of schuifelen voelt het alsof wij hier de enige zijn.Samen op een andere frequentie. Ik klets wat tegen haar en de woorden komen haperend uit haar mond. Vooraf is mij door haar ouders, op het hart…